Het kasteel van Schoonbeek, goed beschermd door moerassen en een slotgracht in de vallei van de Demer, was in vroeger tijden niet méér dan een versterkt huis, een kasteelhoeve, en behoorde toe aan het graafschap Loon.
Het huidige kasteel, een U-vormig complex met kenmerken van Maaslandse renaissance, werd opgetrokken uit rode bakstenen met kroonlijsten en raamkozijnen in mergelzandsteen.
Omstreeks 1333 werd Daniël de Scoenbeke vermeld als de eerste eigenaar van het waterkasteel van Schoonbeek, vandaar dus de naam.
Schoonbeek werd praktisch geheel herbouwd in de 17de eeuw en kende heel wat eigenaars. Een ervan was een Iers edelman, Graaf van Preston, die het kasteel in de tweede helft van 18de eeuw opkocht. Hij was uitgeweken omwille van de godsdiensttroebelen in Ierland. De volgende eigenaar was de familie de Renesse. Graaf Theodore de Renesse was burgemeester van Beverst en gouverneur van de provincie Limburg. In 1991 verwierf Thierry de Hemricourt de Grunne het kasteel van Schoonbeek, een telg van een adellijk geslacht met wortels tot in de twaalfde eeuw, die het tot op heden nog steeds bewoont. Het kasteel van Schoonbeek en park is sinds 1958 beschermd.